Recept morfine – Dokter Es
Een jonge vrouw haal ik uit de wachtkamer. Slank figuur, sportschoenen aan. Ik heb haar al een aantal keren gezien, evenals mijn collega’s. Ze heeft vaak pijn. Van jongs af aan buikklachten en de laatste maanden ongelooflijk veel nekpijn, welke met name op komt zetten na een volle dag, zoals laatst toen ze met haar dochtertjes naar een speeltuin was geweest. Wanneer de pijn heel heftig is, kan ze niet meer op of neer. Zware pijnstillers als diclofenac en tramadol helpen dan niet meer. Kermend en ten einde raad komt ze dan met een goede kennis op het spreekuur. ‘Zo gaat het niet langer, zo kan ik niet leven!’ ‘Hoe moet ik nu een goede moeder zijn voor mijn drie jarige tweeling?’ ‘Ik heb echt pijn!’ ‘Mijn werkgever ziet me al weer aankomen als ik me ziek meld…’ ‘Dokter, ik wil NU weten wat er met me aan de hand is en een OPLOSSING!’ Waarbij twee paar ogen me dan indringend aankijken.
"Ik ben geen piepert, nooit geweest. Toch?"
In de afgelopen maanden is ze reeds gezien door een 5-tal specialisten, zijn er meerdere scans gemaakt van de nek en is ook haar buik opnieuw onderzocht, helaas zonder resultaat. Dat wil zeggen, zonder aantoonbare behandelbare oorzaak. Ofwel, geen oorzaak welke weggenomen kan worden. We tasten in het duister. Patiënte haar humeur, moed en energie zijn gedaald tot onder het nulpunt. Ze heeft goed contact met haar fysio, welke adviseerde een behandeltraject op te starten via de revalidatiearts, om overkoepelend begeleiding te bieden, volgende maand kan ze eindelijk terecht. De pijnspecialist buigt zich in de tussentijd over de nekpijn. Echt te spreken is ze niet over hem, hij weigert meer medicatie voor te schrijven, lijkt haar niet te begrijpen. Evenals de psycholoog: ‘Hoezo zit het tussen mijn oren?? Ik verzin dit toch niet? Ik vóel het! Ik ben geen PIEPERT, nooit geweest… Toch?’
Het is bijna zomer, zonder begeleiding komt ze mijn spreekkamer binnen wandelen. Ze is netjes verzorgd. Ik ben nieuwsgierig. Ze lijkt een goede dag te hebben, wat zou ze me willen vragen? Ik gebaar naar de stoel voor me en ze gaat zitten. Er volgt een diepe zucht. Ze kijkt me aan en lijkt een inschatting te maken van me. ‘De assistente vroeg me op het spreekuur te komen toen ik vroeg om een herhaling van de morfine tabletten. Ik heb ze vorig jaar nog gebruikt en heb ze echt nodig. Mag ik een recept?’
Dit is het moment dat ik 1001 dingen wil weten en in geval van een druk spreekuur, uit gemakzucht weleens een recept voor ‘slechts’ 10 stuks gewoon mee geef. Gezien de betrokkenheid van de pijnspecialist, voel ik me bezwaard in diens vaarwater te gaan zitten middels het uitschrijven van extra pijnmedicatie. Ik informeer naar zijn bezwaren. ‘Hij luistert niet naar me’, geeft patiënte aan. ‘Hij begrijpt het niet. Ik heb die pillen echt nodig. Hij zegt me dat ik met de pijn moet leren leven!’ Geërgerd slaat ze haar armen over elkaar. Ik besluit dan toch maar mijn meest open vraag op tafel te gooien, mogelijk krijg ik nu ook een veeg uit de pan en zit ze morgen bij mijn collega.
"Ik red het niet zonder morfine deze week.'
‘En mag ik vragen waarom je met de door hem voorgeschreven medicatie niet uit komt en morfine nodig hebt?’, probeer ik. Ze kijkt me aan, neemt een teug lucht en gaat achterover zitten in haar stoel, terwijl tranen opwellen in haar ogen. ‘Ik wil van de week met mijn dochtertjes naar de dierentuin. En zonder morfine ben ik nergens. Kan ik niet eens de moeder zijn die ik wil zijn voor ze. Bovendien kan ik het niet maken om me morgen ziek te melden op mijn werk, en dan wel naar een diertuin te gaan. Ik red het niet zonder morfine deze week.’ Ik voel met haar mee en kan haar appèl wel begrijpen. Ach, denk ik bij mezelf, laat haar deze week, nee, deze vakantie toch lekker de dingen doen die ze wil doen als moeder. Ik schrijf een receptje, 30 stuks. Genoeg voor de hele zomer. Opgelucht verlaat ze de spreekkamer.
Het consult was inmiddels weer wat weggezakt, toen ik ’s middags een brief zag
binnenkomen van de pijnspecialist. Strekking: ‘AUB geen morfine tabletten meer voorschrijven buiten huidige medicatie om.’ En: ‘Het begin van het einde.’ De pijnspecialist had die middag toevallig een belafspraak staan met patiënte. In de brief las ik zijn visie. Hij beschreef dat patiënte haar grootste probleem was het herkennen van haar eigen grenzen. Ze zou net zoveel pijnmedicatie nemen om ze niet te hoeven voelen. Steeds meer.
Ik had spijt van mijn actie eerder die dag, dat was niet handig, in het vaarwater van de specialist, een dode mus naar patiënte toe, maar vooral had ik het probleem gemist. Aan het einde van mijn spreekuur heb ik haar gebeld. Nadat ze haar teleurstelling onder woorden had gebracht vroeg ik haar wat ze van de woorden van de specialist vond. Ze kon er niets mee. Het frustreerde enorm en dat kostte nog meer energie.
Wat moest ik hierop zeggen? Patiënte voelde zich duidelijk alleen staan met haar probleem, en daarbij een slechte moeder, een verzuimende werknemer en een piepert. Maar dat was ze niet! Tenslotte was ze al een hele dag tevergeefs aan het strijden om gewoon te blijven werken en naar de dierentuin te gaan deze week. Hoe moest ik dit brengen?
‘Je bent geen piepert’, begon ik. ‘Je bent een STRIJDER, echter is dat ook je valkuil. Je hebt de pech dat je op een dag i.p.v. 20 energie punten, waarschijnlijk slechts 10 punten te verdelen hebt, terwijl je er deze week minimaal 10 extra nodig hebt, deels vanwege frustratie hierover. Je lost het op door met morfine je reserves aan te spreken.’ Het blijft stil aan de andere kant van de lijn. ‘Maar ik moet…’ ‘Precies!’, roep ik. ‘Je MOET te veel van jezelf. Je MOET een goede moeder zijn, een presterende werknemer, en vooral zo DOORGAAN!’
"Ze moet lachen. Opluchting. Erkenning."

‘Wat moet ik dan? De handdoek in de ring gooien? Zomaar opgeven?! Zo ben ik niet.’ ‘Nee,” antwoord ik, ‘zo ben jij niet, duidelijk niet! Als het hardloopparcours is veranderd in een zompig, stinkend moeras, je tot aan je middel wegzakt in de modder, dan ploeter jij gewoon DOOR! Al roepen alle omstanders dat je mag STOPPEN, dat zelfs de wedstrijd is afgelast, dan roep jij dat je van plan was te finishen!’ Ze moet lachen. Opluchting. Erkenning.
We bespreken waar ze punten kan besparen, ofwel hulp kan inschakelen, de boel de boel te laten. Ze zal met haar werkgever in gesprek gaan. Ze belooft me eens te kijken hoever ze komt met slechts 10 punten en de stille hoop, dat er ruimte over blijft voor de dierentuin, wanneer ze ze niet hoeft te spenderen aan frustraties.
Leuk die erkenning maar geloof mij zelfs met halveren van wat ik normaal doe, verdween de pijn echt niet. Er mee leren leven!! Het wordt zo makkelijk gezegd door pijnartsen en neurologen. Ook bij de psychiater erkenning maar een eerlijke. Het is soms te zwaar om te dragen, maar welke keus heb je??? Geen extra morfine? Ok maar hou dan de pijn weghalen. Niemand verdient het om met zoveel pijn te moeten dealen. Denk daar maar eens over na.
Heel herkenbaar, maar wat heeft het lang geduurd voordat ik “moeten” kon ombuigen naar “willen”.
Het is zo snel gezegd, kies voor jezelf. Hierdoor heb ik vrienden verloren. “Dat waren dan geen echte vrienden hoor ik iedereen denken”. Dat kan…maar het gemis geeft weer een andere pijn…en zo blijven we strijden. Want aan elke keuze die je maakt hangt een consequentie….